Preek van ds. Antoinette van der Wel, n.a.v. Numeri 27.

Dit bericht is verlopen op 2023-06-30

Gemeente van Jezus Christus,

Laat mijn naam zijn als een keten…

Die ene dichtregel van Neeltje Maria Min kwam bij mij boven toen ik nadacht over de tekst uit Numeri. Laat mijn naam een schakel zijn in het verhaal van God en mensen, een verbinding tussen toen, nu en straks. Al die schakels door de eeuwen heen, vormen een keten van hoop en verlangen. Sara, Mirjam, Mozes, Jozua, Jezus, Petrus, Maria, een lange rij van mensen die de hoop doorgeven, die het verlangen voeden naar een wereld waar mensen tot bloei kunnen komen. Een lange rij van gelovigen volgden en zijn door de tijden heen geschakeld aan die getuigen en geven het vertrouwen door aan wie na hen komen. En ergens in die lange keten staan onze namen.

Mozes is aan het eind van zijn leven gekomen. Nog één keer wordt hem gevraagd een berg te beklimmen. Daar mag hij het beloofde land even zien. Als een vergezicht ligt het land aan zijn voeten. Zien, soms, even. Maar hij blijft op afstand. Hij zal het land zelf niet binnengaan. Mozes is de leider in de woestijn. Met vallen en opstaan is hij zijn volk voorgegaan op de weg naar vrijheid. Maar hij zal het land zelf niet in bezit nemen, het blijft voor hem een vergezicht. Er wordt hem een blik gegund, maar hij zal er nooit wonen.

Nu zou je je kunnen voorstellen dat Mozes in zijn gesprek met de Eeuwige blijk geeft van zijn teleurstelling, juist omdat hij het land niet in mag. Dat hij nog wat probeert te regelen of te marchanderen, maar dat gebeurt niet. Hij vraagt ook niet of zijn dood kan worden uitgesteld. Als zijn taak is volbracht, wordt hij met zijn voorouders verenigd. Ik vind dat een mooi en troostrijk beeld. Hij wordt als het ware opgenomen in de kring van wie hem voorgingen. Hoe je je dat moet voorstellen wordt ons niet verteld en Mozes stelt er ook geen vragen over. Het is blijkbaar onbelangrijk voor hem.

Mozes toont hier echter waarachtig leiderschap. Het gaat niet om hem, maar om de gemeenschap, om het volk. Voor dat volk vraagt hij om een nieuwe leider die hun kan voorgaan. Mozes ziet zichzelf als een schakel in die lange keten van leiderschap. Hij was er om het volk uit Egypte en in de woestijn te leiden. Dat ging niet altijd goed, maar met vallen en opstaan zijn ze er gekomen. Nu is het tijd om een ander te laten voorgaan, om de volgende schakel te smeden aan die lange ketting van geloofsgetuigen.

In de bijbel wordt leiderschap meestal beschreven met termen die ontleent zijn aan het herdersbestaan. Het is een dienstbaar leiderschap, getekend door de zorg voor de gemeenschap. Het gaat niet om jouw eer en glorie, maar on de gemeenschap. Ben je een hoeder en behoeder van de mensen die aan je zijn toevertrouwd? Bied je veiligheid, richting en zin?

Kom daar in onze moderne tijd maar eens om. Wij leven in een cultuur waar een geweldige nadruk ligt op de individuele ontwikkeling en het persoonlijke geluk. Wat heb ik er aan? Wat betekent het voor mij?  Kom ik wel tot bloei? Krijg ik wel waar ik recht op heb? Leiderschap in onze tijd wordt vaak hoog gewaardeerd als leiders krachtig en dapper zijn, als ze een eigen spoor durven te trekken. In deze dagen van oorlog in Oekraïne en Sudan is dat wat me het meest beangstigd. Leiders die vooral in hun eigen wereld en werkelijkheid leven en al lang geen idee meer hebben hoe gewone mensen hun dagen vullen. Het thema van de komende bevrijdingsweek is ‘leven met oorlog’. Ik hoop dat de verhalen van toen onze ogen openen voor de realiteit van mensen nu. En dat we niet zullen vergeten hoe ervaringen van oorlog nog generaties lang nadreunen in mensenlevens.

Mozes reageert herderlijk en zorgzaam. Zijn persoonlijke lot neemt hij voor kennisgeving aan, om vervolgens onmiddellijk de zorg voor het volk aan de orde te stellen. Er moet een nieuwe herder komen die hen kan leiden, die hen kan voorgaan, die de achterblijvers kan aansporen, die een weg durft uit te zetten. Een leider die het lot van zijn volk voorop stelt en die bereid is zelf te slijten aan zijn taak.

Ook Jezus beschrijft zichzelf als een herder, als een goede herder, wanneer hij in de tempel door zijn tegenstanders wordt belaagd. Natuurlijk begrijpen de vijandige omstanders hem niet, ze willen niet eens deelgenoot zijn van zijn kudde en zijn stem kunnen ze dan ook niet verstaan. Ze vinden hem lastig en hij verstoort de rust die zij zo graag willen vasthouden. Wanneer Jezus zichzelf beschrijft als een dienende en lijdende Messias past dat niet in hun denkkaders en daarom verwerpen ze hem. Met deze Messias, deze leider durven en willen ze niet in zee. Hij brengt onrust in de tempel en daar zijn ze niet van gediend. Een leider die een dienaar is, we weten niet zo goed wat we daarmee moeten.

Mozes draagt zijn leiderschap over op Jozua die al in de coulissen klaar staat. Prachtig wordt beschreven hoe dat gaat. Geen klein onderonsje, maar ten overstaan van de priesters en de hele gemeenschap wordt duidelijk gemaakt dat Jozua de nieuwe leider zal zijn. Het gaat met een passend ritueel gepaard. Niet de zonen van Mozes zijn de logische opvolger, maar Jozua die al die tijd Mozes trouwe dienaar is geweest.

Wat maakt Jozua eigenlijk geschikt? Over hem wordt gezegd dat hij een man is die geestkracht bezit. Een man die de adem van de Eeuwige heeft ontvangen. Jozua is daarmee de logische volgende schakel in de keten van verhalen. Een mens die geïnspireerd is door de adem van God, die net als die eerste mens de adem kreeg ingeblazen. Jozua staat in de lange lijn van mensen die zich laten bezielen, die zich verbonden weten aan de Eeuwige, wiens geestkracht in hem schuilt. Mozes legt hem zijn handen op, geeft hem zijn aanzien, zijn gewicht mee. Zo kan Jozua de nieuwe herderlijke leider zijn.

Leiderschap in de bijbel heeft altijd die herderlijke kant in zich. De profeten hameren er bij alle koningen op dat zij de gemeenschap hoger moeten achten dan hun eigenbelang. Dat zij alleen in dienstbaarheid aan alle mensen in hun koninkrijk een spoor kunnen trekken. En Jozua zal het nieuwe land binnentrekken, hij zal hen voorgaan zoals Mozes eens deed.

Abraham en Sara gingen als eerste op weg. Ze werden geraakt door een vreemde stem en een diep verlangen naar een land waar het goed toeven was. Door de eeuwen heen werden er steeds nieuwe schakels aan die keten gesmeed, mensen die vanop een afstand een beloofd land zagen, een land waar mensen tot bloei komen. Ze zijn op weg gegaan, hebben het land soms, even van op een afstand gezien. Het verlangen hebben zij doorgegeven, de hoop levend gehouden.

Zo mogen ook wij een schakel vormen in die lange keten van dromers, zoekers, twijfelaars en gelovigen. Wij gaan op weg in het vertrouwen dat wie ons uit angst en doem heeft weggetild, ons tot hier op handen zal dragen en met ons gaat alle dagen van ons leven. Zien, soms, even, mag ons de moed geven om elkaar te dienen, elkaar tot hoop en vertrouwen te zijn. Zo zijn onze namen als een keten aan elkaar verbonden en mag ieder van ons een schakel zijn in het verhaal van God met mensen.  

Amen.