Preek n.a.v. Daniël 2 op zondag 27 september 2020 door ds. Antoinette van der Wel

Dit bericht is verlopen op 2020-12-06

Gemeente van onze heer Jezus Christus,

De koning droomt. Waar zou een koning eigenlijk van dromen? Van hoe belangrijk hij is, hoe groot zijn macht is, dat iedereen naar hem luistert, dat hij kan doen wat hij wil? Dat zou je eigenlijk wel verwachten. Maar wat de koning droomt wordt ons niet verteld. Die droom blijkt eerder een nachtmerrie te zijn. Onmiddellijk moet iedereen worden opgetrommeld om hem uit de droom te helpen, want koningen houden niet van nachtmerries, houden er niet van als er getornd wordt aan hun gezag. Maar dat gezag en die macht blijken kwetsbaar te zijn.

Het boek Daniël staat in onze bijbel bij de profeten. In de joodse bijbel wordt het boek echter gerekend tot de geschriften en dat vind ik een veel logischere keuze. Het gaat in dit boek niet over een profeet die zijn tijd en koningen volgt en bekritiseert. Daniël is eerder een boek vol geheimtaal, bedoeld om een volk dat in onderdrukking leeft een hart ander de riem te steken en uit te dagen te volharden in hun geloof. Daarmee lijkt het op de Openbaring van Johannes, die helaas maar al te vaak gelezen is als een soort toekomstvoorspelling, maar juist bedoeld was om mensen op dat moment overeind te houden. Het verhaal lijkt te spelen in de tijd van de Babylonische ballingschap in de zesde eeuw voor Christus, maar is bedoeld voor mensen die in de tweede eeuw gebukt gingen onder koning Antiochus IV. In Jeruzalem is er een opstand onder leiding van Judas de Makkabeeër. Een opstand die uiteindelijk hardhandig wordt neergeslagen, waarbij de tempel wordt verwoest. Het helpt bij het lezen als je deze situatie in je achterhoofd houdt. Het gaat hier om een pamflet, een verzetschrift. Zo kunnen we ook het verhaal uit Daniël vandaag nog lezen, als een bemoediging en uitdaging om het vol te houden in een wereld die soms maar bar weinig lijkt op het paradijs.

Terug naar het verhaal. De koning heeft een nare droom en laat al zijn wijze mannen opdraven, maar hij vertelt de droom niet. Hij dreigt hen in stukken te hakken als ze de droom niet kunnen uitleggen. Hier spreekt een machtige heerser die met een vingerknip je lot kan bepalen. Daniël en zijn vrienden, joodse jongens opgeleid aan het hof, voelen de dreiging, ook persoonlijk. Daniël besluit de koning om uitstel te vragen. Die nacht gebruikt hij om te bidden en God om wijsheid te vragen. Altijd wijs, eerst een nachtje bezinnen voor je een beslissing neemt, eerst de stilte zoeken voor je gaat spreken of handelen.

Daniël blijkt een geheel andere stijl van leiderschap aan te hangen dan de koning. Hij stelt zich onder de macht van de Eeuwige, waar de koning volledig op zijn eigen macht vertrouwt. Hij kiest er voor zijn verantwoordelijkheid te nemen en naar de koning toe te stappen. Hij stelt zich in dienst van de Eeuwige. Vervolgens legt hij de droom uit. Je ziet het machtige beeld voor je. Zijn hoofd in de wolken, schitterend en krachtig. Het glanst je tegemoet, maar deze macht rust op ijzeren benen en lemen voeten. Ik moest meteen denken aan de stampende soldatenlaarzen uit de Jesaja-lezing van de kerstnacht. Stampende schoenen en klakkende hielen, bevelende stemmen die mensen voor zich uit duwen. Machthebbers in paleizen met gesloten luiken. De rillingen lopen over je rug.

We kunnen vast allerlei machthebbers uit de geschiedenis noemen die anderen onder de duim hielden, maar misschien bestaat er ook wel een Nebukadnessar dichter bij huis. De ouder die je altijd naar beneden haalde, je het leven instuurde zonder zelfvertrouwen. Of je directeur, die dreigt je carrière te slopen als je niet doet wat hij vraagt. Misschien denk je wel aan dat ene razend populaire meisje in de klas die er voor zorgde dat je je een hele schooltijd buitengesloten voelde, of….

Een steen rolt tegen het beeld op. Het valt om, want ijzer en leem kunnen geen stevige verbinding aangaan. Eigenlijk staat al die pracht en praal op kwetsbare voeten. Wat zullen mensen hier troost uit geput hebben. Een leiderschap als dat van Nebukadnessar, van Antiochus of van wie dan ook heeft uiteindelijk niet de kracht om overeind te blijven. Want dergelijke heersers staan op lemen voeten, voeten van angst en dreiging, voeten van drogredenen en propaganda, voeten van leugens en ongelijkheid. 

Maar gelukkig zijn er ook altijd Daniëls. Die dapper een spoor trekken, die dromen van vrede en gerechtigheid, die bereid zijn op te komen voor waar ze in geloven, die zich niet laten verbrijzelen door angst. Mensen die niet onder de indruk zijn van gestolen macht, die opstaan en dapper hun zegje doen. Die de straten opgaan en daarmee laten zien dat ieder leven belangrijk is, dat elk mens recht heeft op ademruimte. 

Altijd blijven dromen, ook als je leeft in een nachtmerrie. Blijven dromen van een steen die de machtigen om laat rollen en die uitgroeit tot het koninkrijk van God. En je door die droom laten uitdagen te spreken en te handelen

Die droom mogen wij tot op de dag van vandaag levend houden. Dwars tegen alles wat die droom weerspreekt, vertrouwen op dat Rijk dat komt. 

Daniëls dappere en dienstbare verzet lijkt een voorafspiegeling te zijn van de man uit Nazareth. Ik zie het voor me, hoe hij zijn weg ging. Kwetsbaar, van alle macht ontdaan, zag hij om naar de kinderen en kleinen van deze aarde. Met voeten die vrede brachten, die vreugde en liefde deelden. Een weg die ten dode leek te zijn opgeschreven, maar waarvan tot op de dag van vandaag wordt beweerd dat het een weg ten leven was. Zo gaat hij ons voor op de weg van het koninkrijk en wij worden uitgenodigd te volgen. 

Vandaag bevestigen we Kati en Aad in het ambt van ouderling. Ze zeggen daarmee dat ze het visioen van de nieuwe hemel en aarde willen dienen, blijven dromen van een aarde vol vrede en goedheid. Levend vanuit de hoop dat elke druppel water een steen kan uithollen en dat geen enkele daad van liefde tevergeefs is gedaan, zoeken we zo met elkaar een weg in het voetspoor van de Messias. We vertrouwen erop dat uiteindelijk het laatste woord niet is aan de machtigen, zelfs niet aan ons, maar aan de Eeuwige, wiens rijk gekomen is onder ons en waarvan we al een glimp mogen zien. 

Zo gaan we als gemeente de toekomst tegemoet, vol vertrouwen dat we geborgen zijn in de liefde van God. Vol vertrouwen dat zijn rijk gestalte zal krijgen. Dankbaar en blij zijn we met Aad en Kati die bereid zijn zich zo aan deze gemeente te verbinden en het verschil te maken. Die blijven dromen van een wereld vol vrede, waar ieder mens tot zijn recht zal komen. Voorzichtig zetten we met elkaar stappen op die weg, vertrouwend dat het laatste woord uiteindelijk aan de Eeuwige is, die zijn mensen niet verlaat en wiens koninkrijk zal aanbreken, dwars tegen alles in dat zijn naam weerspreekt. 

Zijn woord wil deze wereld omgekeerd,

dat lachen zullen zij die wenen,

de bierkaai wordt een stad van vrede.