Preek op Pinksterzondag door ds. Hedda Klip

Dit bericht is verlopen op 2022-08-05

Ergens in de oertijd trokken de mensen, de zonen en dochters van Adam en Eva, rond en vonden een vruchtbare vallei. Een wijde, brede vallei. Een dal in het land van Sinear, in Tweestromenland. En hoe het kwam, of het door het land kwam, of door de taal die ze deelden: ze waren daar één. Ze leefden in harmonie en vrede. Het leek de ideale plaats, de ideale toestand; vrede, harmonie, welzijn. Een soort hof van Eden, midden in Mesopotamië. En er was leem in overvloed. Geen rotsen, maar wel leem, waarvan ze bakstenen konden bakken. Want iemand had bedacht dat dat kon. En daarmee, bedachten ze ook, konden ze gaan bouwen.

Op dit moment wil ik even een pauze nemen in het verhaal om ons af te vragen: wat ga je dan bouwen? Wat zouden wij bouwen, als we helemaal opnieuw konden beginnen met ons landschap in te richten? Waar beginnen we mee? Ik neem aan met huizen voor onszelf en onze gezinnen. Daar begonnen de kinderen van Adam en Eva ook mee, met een stad. En wat bouwen we dan?

Ik hoop nu dat u denkt: een kerk. Onze voorouders zouden direct aan die kerk gedacht hebben, waarschijnlijk zelfs als eerste, vóór die huizen. Wij denken op een gegeven moment waarschijnlijk ook wel aan een kerk, een huis ter ere van God, of aan een multifunctioneel gebouw, dat we dan kunnen delen met anderen. 

 

De kinderen van Adam en Eva denken niet aan een huis ter ere van God, maar aan een toren. Een kerktoren? Nee, een gewone toren, om de stad aanzien te geven, een hele hoge, enorm hoge toren, een hemelkrabber. De spits van de toren moet ergens in de hemel zijn. Zodat iedereen zou zeggen: wouw, wat een stad! Een megaproject met als doel: roem, bekendheid en eenheid, niet uit elkaar vallen. En je voelt hem al aankomen:  dat gaat dus gebeuren. Hun grootste angst komt uit, door het project waarmee ze het willen verhinderen. Want voor God is dit allemaal te groot, te megalomaan. En Hij stuurt spraakverwarring. 

Het hele bouwproject van Genesis 11 stort in elkaar door spraakverwarring. 

 

Er is een Middeleeuwse Bijbelcommentator die dat heel levendig beschrijft: 

De ene mens vroeg: “heb je een baksteen voor mij?

Maar de ander verstond hem niet. Hij keek eens en dacht, hij zal wel specie willen. Dus bracht hij specie. De eerste man werd daarop boos: “waarom heb je geen bakstenen gebracht? Nou kan ik niet verder!” Er ontstond ruzie. En meer ruzie. Het was gedaan met de eendracht. Boze mensen verlieten de stad. Niemand had meer zin verder te bouwen. De mensen raakten verspreid over de hele wereld. 

 

En daarin bevinden we ons nog steeds, in deze wereld, we zijn verspreid over de hele wereld met 7000 talen en nog meer mogelijkheden tot spraakverwarring. 

Want zelfs als je dezelfde taal spreekt, kun je nog langs elkaar heen spreken: SKETCH. 

 

Kees:   Dag Jan, hoe gaat ‘t?

Jan: het gaat, Kees, het gaat.

Kees: Heb je al gehoord wat er gebeurd is in de sporthal? Verschrikkelijk joh, een drama.

Jan: Het gaat niet zo goed inderdaad, verschrikkelijk jah, ik heb een probleem met mijn gezondheid. Het wil niet zo.

Kees: Er is flink rotzooi geschopt in de Sporthal! 

Jan: Ik heb problemen met de buik (grijpt buik vast). Het is hieronder niet helemaal goed, beetje een rotzooi ja.

Kees: en ik begrijp dat ze ook gestolen hebben. Het waren jongelui.

Jan: Ja, we worden allemaal een dagje ouder he, we zijn geen jongelui meer.

Kees: Nou Jan, ik moet weer eens naar huis, mooi dat het goed gaat.

Jan: nou zo goed gaat het niet, want ik een onwijs zere buik..hier..

(Jan houdt op, want Kees is al weg. Jan haalt de schouders op en gaat ook weg.)

 

Twee mensen, soms gebruiken ze dezelfde woorden, maar ze praten totaal langs elkaar heen. Ook in deze kerk wordt er niet altijd goed gecommuniceerd: dat kwam terug in de vragenlijsten. Als punt één zelfs: betere communicatie. Eerlijkheid, openheid, transparantie en communicatie. En iemand anders zegt -eigenlijk positief-: er gebeurt veel, maar omdat het niet gecommuniceerd wordt, weten we het niet.

 

We hebben de Bijbeltekst gehoord in verschillende talen. Dat zijn allemaal talen van het hart. Ons Friese gemeentelid Jo Schipper-Folkertsma heeft het heel mooi gelezen in de taal van haar voorouders. We luisterden naar ons gemeentelid Taras Martodihardjo, die de tekst voorlas in één van zijn talen, het Javaans. Maryna las het in haar taal, het Oekraïns. Dat zijn allemaal talen van hun hart.

Pinksteren heeft het mogelijk gemaakt dat we spreken in die hartstaal, in èchte taal. Door de Heilige Geest kunnen we elkaar echt bereìken. Dat gebeurt gelukkig ook. Maar nog niet voldoende. Soms is er vertaling nodig. En daar kunnen we dan gewoon om vragen.

 

Liesbeth, ik begreep dat jij een stuk had wat voor jou gewone taal is, maar voor mij vermoedelijk onbegrijpelijk. Zou jij dat kunnen lezen?

 

Onbegrijpelijk inderdaad. Zou jij mij kunnen uitleggen wat het betekent?

Fijn, nu spreken we dezelfde taal. Ik hoor jou en luister naar je en begrijp je. 

 

Dat is het wonder van Pinksteren: horen, luisteren en begrijpen. 

Die joden die over de hele wereld verspreid waren, spraken intussen slecht Hebreeuws en Aramees. Wat een feest moet het geweest zijn dat ze het evangelie hoorden in hun eigen taal, in al die talen van de wereld, talen die ze veel beter kenden. Want dat waren de talen die hun hart raakten. De mensen waren nog steeds verspreid over de hele wereld, maar er was geen spraakverwarring meer. 

 

Er zijn gesprekken die ècht zijn. Gesprekken in ons leven die echt zijn. Dat weten we, dat kun je namelijk voelen. Dan voel je de aanwezigheid van de Geest. Laten we op zoek gaan naar die communicatie. Naar dat soort gesprekken. En als we elkaar niet begrijpen, of denken dat we informatie missen, laten we er dan gewoon om vragen. En goed luisteren.

Zodat we elkaar begrijpen, als kerkmensen, als mensen. Niet langs elkaar heen spreken, maar horen, luisteren en begrijpen. Dat de Heilige Geest in ons mag werken. 

En dat we open staan voor wat Gods Geest ons door die ander te zeggen heeft. 

Dat is de Geest van Pinksteren. 

 

Amen

 

Ds. Hedda Klip