Preek n.a.v. Micha 2 op zondag 1 december 2019 door ds. Antoinette van der Wel

Dit bericht is verlopen op 2020-01-31

Gemeente van onze Heer Jezus Christus,

In de adventsweken lezen we uit het boek Micha. Voor de kinderen is het overkoepelende thema: Geef licht! Een thema dat uiteraard past in deze donkere dagen waarin we vooruit kijken en toeleven naar het kerstfeest. Maar de teksten uit Micha zijn niet altijd vriendelijk en uitnodigend te noemen. Ze blijken weerbarstig en soms ronduit onbegrijpelijk. Daarom eerst wat inleidende opmerkingen die hopelijk ook helpen bij het verstaan van deze profeet.

Micha is één van de kleine profeten. Dat klein heeft vooral te maken met het feit dat het een klein boekje is. Er is verder bijna niets over deze Micha bekend. Wat we weten is dat hij komt uit Moreset, een plattelandsdorp op ongeveer 35 kilometer van Jeruzalem vandaan. Er zijn overeenkomsten tussen zijn woorden en die van Jesaja, wat erop zou kunnen wijzen dat hij een leerling, dan wel tijdgenoot was van Jesaja. We gaan ervan uit dat hij leefde in de achtste eeuw voor Christus, een onrustige tijd voor het land Israel. Ze werden bedreigd en belegerd door de Assyriërs. Micha is de eerste profeet die nadrukkelijk spreekt over de verwoesting van de tempel en van Jeruzalem. In eigen land was er veel onrust en armoede, vooral boeren verloren hun land en hun huizen aan rijke stadsbewoners. Genoeg reden dus om een woord als gerechtigheid ter sprake te brengen

Verder is het belangrijk ons te realiseren dat een profeet geen eenvoudige toekomstvoorspeller is. Eerder is hij degene die een kritische spiegel voorhoudt aan de mensen die het voor het zeggen hebben. Een luis in de pels van de gevestigde orde. Een betoger, een briefschrijver, een opiniemaker, een cabaretier of een clown laat vaak op creatieve wijze zien wat je gedrag betekent voor de mensen om je heen. Soms geestig en met een kwinkslag, soms ook scherp en pijnlijk confronterend. Niet vreemd dus dat juist belangrijke mensen niet zo houden van profeten, ze brengen maar onrust en zeggen dingen die je liever niet wil horen.

In het gelezen gedeelte trekt Micha fel van leer tegen de grootgrondbezitters in het land. Prachtig wordt het beschreven. Hoe ze dromend in hun warme bed akker aan akker voegen en huisjesmelker worden. Grootgrondbezit druist in tegen de regels van het beloofde land. Het land is immers niet in je bezit maar is van de Eeuwige, die het in bruikleen geeft aan zijn volk.

Kritisch en hard zijn dus ook woorden van Micha tegenover de lokale elite. Wie denk je wel dat je bent, om zo bezit te nemen van de aarde? Wie denk je wel dat je bent met je verlangen naar meer en meer, met je ontembare hebzucht? Wat doet het met de verhoudingen in een land als enkelen het voor het zeggen hebben en anderen maar moeten volgen? Als er niets veilig is, je huis niet, het brood op je plank niet, je kinderen niet? Er ontstaat een onleefbare samenleving. Jullie zijn vergeten dat het Gods gegeven land is en jij bent slechts de pachter! Maar je gedraagt je of je de Eeuwige zelf bent!

Toen ik de tekst van de week las, thuis en bij een kring, dachten we al snel aan moderne profeten die een boodschap brengen waar we niet altijd gelukkig van worden, die ons wel onrustig maakt. Ik moest denken aan de Zweedse Greta Tunberg die op haar eigen, boze manier laat zien hoe we omgaan met het klimaat. Mensen worden geïrriteerd door haar, soms zelfs ronduit boos. Wie denkt die snotneus wel wie ze is. Toch kan ik niet anders dan bewondering hebben voor deze 16-jarige, die weigert zich het zwijgen op te laten leggen. Ik geloof niet dat we een jaar of tien geleden last hadden van vliegschaamte, of ons realiseerden hoe groot onze ecologische voetafdruk is, maar ik vermoed dat de meesten van ons daar ondertussen wel last van hebben.

Profeten als Micha en Greta maken ons onrustig. Ze confronteren ons met zaken die we misschien liever niet zouden weten. Ze trekken hardhandig onze oogkleppen weg en vragen ons te zien wat er gebeurt.

Uiteraard roepen ze onmiddellijk ook weerstand en tegenstand op. In Micha’s dagen wordt hij aangespoord vooral een boodschap van heil te brengen. God zal ons toch nooit in de steek laten. Hij zal zijn mensen echt niet verlaten. God is van het vergeven en het goede, zo snel verliest hij zijn geduld niet! Stel je niet aan, Micha. Het valt ten diepste allemaal wel mee en God zorgt wel voor ons. Vergeven is per slot van rekening gewoon zijn werk!

Micha weigert zo te spreken. Goede, vriendelijke woorden reserveert hij voor wie eerlijk leeft. Maar voor hen die de levensbehoeften van de armen afpakken heeft hij geen goed woord over. Tegen mensen die een arme zijn mantel afpakken, tegen alle regels van de Thora in, weigert hij zachte woorden te spreken. Tegen wie de vrouwen uit hun huizen jagen kan hij geen woord van vergeving spreken.

Je kunt je in alle eerlijkheid afvragen of de toon van Micha zin heeft. Of de strenge woorden mensen uitdagen om anders in het leven te gaan staan. We zijn er huiverig voor geworden na eeuwen van donderpreken en almachtige waarheden. Maar het lijkt wel eens of we daardoor zo voorzichtig zijn geworden dat we het onrecht niet meer durven te benoemen.

Als gelovige leven we voortdurend onder die spanning. Enerzijds vol vertrouwen dat God zelf zorg draagt voor zijn wereld en nooit los laat het werk van zijn handen. Anderzijds ernstig en met open ogen in de wereld. Waar kunnen we in alle bescheidenheid een steentje bijdragen aan het heil voor deze wereld? Waar zien we iets van Gods vrede al oplichten? Zijn er sporen te ontdekken?

Micha daagt ons uit niet te zwijgen als iemands huis en haard wordt afgenomen. Als het land tot in de diepste vezels wordt uitgeput, kunnen we niet met onze handen op de rug toekijken. Geen ‘stil maar wacht maar, alles wordt nieuw’, maar hier en daar een lichtje ontsteken. En dan niet alleen om het zo warmer en gezelliger te maken, maar ook om onrecht te belichten en aan de kaak te stellen. Deze aarde is niet bedoeld om door enkelen te worden uitgebuit, terwijl anderen hongeren.

Durven we het aan een andere toon te zetten? In plaats van steeds verder te willen groeien, blij te zijn met wat er is? In plaats van altijd maar hoger te willen klimmen, bereid te zijn te kijken wie er om ons heen staan? In plaats van angstig ons verzetten tegen de krimp van de kerk, speuren naar tekens van Gods aanwezigheid om ons heen? In plaats van steeds maar groter en beter te worden, genoegen nemen met genoeg? Durven we het aan ons goede leven te delen? Durven we het aan onrustig te worden van profeten die ons vragen hoe ver we willen gaan in de uitbuiting van de aarde?

Durven we het aan in deze adventstijd ons licht te laten schijnen over ons eigen leven? Ons te bezinnen op wie we zijn, wat we doen, wat onze verantwoordelijkheid is en hoe we bij kunnen dragen aan een rechtvaardiger wereld? Niet om zo bij God in een goed blaadje te komen, maar omdat we ons realiseren dat we zo zijn bedoeld, mensen voor elkaars geluk geschapen. We durven het aan in de spiegel te kijken naar wat ons eigen aandeel in deze wereld is, ten goede en ten kwade. We vertrouwen ons daarbij toe aan de God die ons als een herder voorgaat op weg naar het koninkrijk. Naar die herder zien we vol verlangen uit. Ondertussen proberen we iets van dat goede dat we in hem hebben ontvangen uit te delen, uit te stralen en door te geven. Vol vertrouwen doen we wat onze hand vindt om te doen en we verwonderen ons erover hoe veel dat is!

Daarom, altijd weer een licht aansteken, zodat we kunnen zien waar Gods toekomst al opbloeit.

Amen