Meditatie voor zondag 29 maart 2020 door ds. Antoinette van der Wel

Dit bericht is verlopen op 2020-05-29

Gemeente van onze Heer Jezus Christus,

 

In deze vreemde weken voorafgaand aan het paasfeest, dat we niet in de kerk zullen vieren, lezen we uit Exodus. Bekende verhalen zijn het en opeens weer razend actueel. Ik heb de verhalen van de plagen in Egypte als kind altijd moeilijk gevonden. Misschien kwam het door mijn beeldende fantasie, waardoor ik de kikkers al tegen op me voelde springen en de hagelstenen tegen de ramen sloegen. Misschien ging het nog wel dieper; had ik toen al moeite met de gedachte dat God mensen deze dingen aan zou doen. 

 

Er is kwaad dat mensen treft en ook in de bijbelse tijd wisten ze ervan. De schrijvers proberen het te verklaren. Soms wordt het kwaad bij God zelf neergelegd, soms juist bij een tegenstander, soms - en daar voel ik me tegenwoordig het beste bij thuis - wordt het kwaad niet verklaard. Dat kwaad mensen treft is duidelijk, maar als gelovigen durven we te beweren dat God het goed met ons voorheeft. Het is niet de bedoeling dat mensen ten onder gaan, maar het gebeurt wel. Kwaad treft mensen, we zijn kwetsbaar en broos. Deze dagen waarop een gevaarlijk virus rondwaart onder ons, zijn we ons daar weer heel erg bewust van. Ik kan me niet voorstellen dat het een straf van God zou zijn. Ik vertrouw erop dat hij juist bij wie kwetsbaar is nabij is. 

 

Terug naar de tekst. De plagen in exodus lijken te gaan over een machtige strijd tussen de Farao, de godenzoon van Egypte, en de God van zijn Hebreeuwse slavenvolk. Wie krijgt het laatste woord? De God die instaat voor de kwetsbaren of de farao, de machtigste man op de toenmalige aarde?

Vandaag horen we over een natuurramp die zich lijkt te voltrekken over heel Egypte, uitgezonderd de woonplaats van de slaven. Hoewel gewaarschuwd neemt de farao het niet serieus. Immers, hij meent onaantastbaar te zijn, onkwetsbaar. Enkelen van zijn hovelingen laten zich geen zand in de ogen strooien. Ze vermoeden wie deze titanenstrijd gaat winnen en zij brengen hun vee en hun slaven in veiligheid. Farao lacht zich slap, tot het natuurgeweld ook hem treft. 

 

In deze dagen waarin een ramp zich lijkt te voltrekken om ons heen, waar mensen kwetsbaar zijn en ons hele leven wordt stil gezet, zou het al te gemakkelijk zijn de plaag van de hagel te leggen op onze situatie. We zijn terecht voorzichtiger geworden met het aanduiden van God in allerlei verschijnselen in onze wereld. 

 

Het stelt ons wel voor allerlei vragen. Hoe ga je om met dreiging? Wat doe je als je vertrouwde wereld lijkt te kantelen? Zoeken naar het waarom, naar een uitweg? 

Misschien wel dit: in alle nuchterheid wat je kunt in veiligheid brengen. Kijken wat er gebeurt, handelen, rekening houden met wie kwetsbaar zijn, met wie zich zelf minder goed kunnen verweren en verder geduldig wachten tot het voorbij gaat. 

 

Lieve gemeente,

Deze dagen waarin onze wereld zo anders is dan we gewoon zijn, zijn ook oefeningen in vertrouwen. Hoe ga je om met angst? Laat je je verlammen? Lach je het ontkennend weg? Of handel je? Zouden we daarin een voorbeeld kunnen zijn? Leven van het vertrouwen dat God kiest voor kwetsbare mensen en tegelijkertijd doen wat mogelijk is? Bescherming bieden aan wie dat zelf niet kunnen? Omzien naar wie het moeilijk hebben? De zorgers ondersteunen waar mogelijk? Of heel gewoon geduld hebben en het uithouden in deze dagen. 

 

Jaren geleden las ik deze woorden van Vita Sackville-West. Zij legde de prachtige Sissinghurst garden aan in Zuid Engeland, midden in de tweede wereldoorlog. Haar woorden zijn voor mij een motto geworden. 

Small pleasures must correct great tragedies,

therefore of gardens in the midst of war I boldly tell.

(Kleine genoegens moeten grote tragedies verlichten, daarom spreek ik vrijmoedig over tuinen te midden van oorlog!)

Luther wist dit al lang: Als de wereld morgen vergaat, plant ik vandaag een boom.

Bonhoeffer wist het toen hij bij de jaarwisseling van 1942/43 schreef: Misschien breekt morgen de jongste dag aan; dan zullen we graag het werk voor een betere toekomst neerleggen, maar eerder niet. (Verzet en overgave)

 

In deze vreemde kwetsbare weken, blijven we spreken over leven, planten we een boom van vertrouwen. Doen we in alle nuchterheid wat we moeten doen. Maar blijven we ook zeggen, zingen en geloven: nergens zijn we van God verlaten. Zijn liefde draagt ons broze bestaan.

Amen.