Preek op zondag 28 februari 2021 door ds. Hedda Klip over Markus 9

Dit bericht is verlopen op 2021-04-30

Gemeente van Jezus Christus

 

Hoeveel berichtjes heeft u vanochtend al gelezen, gekregen of gestuurd? 

Misschien hoort u bij de mensen met veel zelfbeheersing die op zondagmorgen hun telefoon uitgeschakeld houden. Maar hoort u daar niet bij, dan kreeg u vast al allerlei mededelingen van nieuwssites, van Facebook, Instagram of LinkedIn. Alles wat u vandaag moet weten, om de dag te beginnen, meldt één nieuwssite mij elke dag. 

Het is vaak een enorme drukte op onze telefoons. Alles loopt door elkaar heen. Mailtjes, appjes. Privé en werk lopen ook vaak door elkaar heen, vooral doordeweeks natuurlijk. Neem een gewone dinsdag, doordeweeks: Eerst komt er een werkmailtje, vervolgens een appje van een vriendin, dan -ouderwets tussendoor- een telefoontje. De voordeurbel gaat. Ah, een pakketje voor de buren. Later nog een keer: een pakketje voor een familielid. Tussendoor nog even via een ruil-groep kijken of je spullen te pakken kunt krijgen voor je nieuwe hobby, schilderen. Even op Facebook checken hoe het met je vrienden en kennissen is. Oh, een mooie nieuwe profielfoto van een kennis! Leuk, even liken. Tussendoor even checken op de telefoon of er kaas in de aanbieding is bij de supermarkt. Ja, die is bij supermarkt X goed en niet duur, zo te zien. Even langsgaan zo. 

 

Zo kan ik nog heel lang doorgaan, probleemloos. Als ik het zo uitspreek achter elkaar, word ik al onrustig. Vermoedelijk hebben we nu binnen een uur evenveel interacties als de oermens in zijn of haar hele leven. Wat ik opsomde, zijn allemaal sociale en commerciële interacties. Dan heb ik het nog niet over het vermaak, de spelletjes. Die komen vaak óók tussendoor. De tandarts die even candycrush speelt, op een kort moment vrij. Het zij hem gegund natuurlijk. Maar dat alles maakt wel dat er een ontzettende chaos in ons hoofd is, continu. Een boek lezen is soms al moeilijk. Omdat we ons niet meer zo lang kunnen concentreren.

 

In de veertigdagentijd zijn we ons van deze drukte nog bewuster dan anders. Er zijn weer challenges: een dag, een paar dagen, veertig dagen (behalve zondag) geen social media. Een week zonder smart-phone. Dat is moeilijk. Eén van mijn kinderen heeft de telefoon nu op zwart wit staan, dus niet meer op kleur. Dat helpt tegen de verslaving. 

Ik vond -op Facebook trouwens- een mooi gedicht over de veertigdagentijd, een gedicht van Marjet de Jong. Ik lees er een stukje uit voor:

 

Veertig dagen om te wennen

Aan een minder vol bestaan….

Veertig dagen om te wennen 

aan een leven langzaamaan

Om met anderen fijn te wandelen

Of naar iemand toe te gaan

Om te praten of te eten

Of een spelletje te doen

Meer te bidden, God in ’t midden,

Alles meer bewúst te doen.

 

We hebben momenten nodig dat het leven minder vol is, momenten van rust, van langzaam leven. Van zwijgen, van even naar boven kijken, naar de hemel en verder niets. Dat soort momenten vonden we in de kerk, in ons kerkgebouw. In de stilte. Samen stil zijn op een heilige plek. Dat missen we nu de kerken dicht zijn. Ik hoop dat u andere momenten en plaatsen kent, waar u ruimte heeft voor het heilige, voor God. Op een wandeling. Of thuis, op een speciale plek, of op een gewone plek op een speciaal moment dat je voor jezelf schept. Momenten en plaatsen van echt bewustzijn.

 

In de Bijbel merk je dat religieuze leiders ook dat soort plekken nodig hebben. Mozes liep weg van de drukte van het besturen en rechtspreken van zijn mensen zodra het kon, de berg op. Daar ontmoette hij God. “Mozes ging de berg op, naar God” Ex 19:3. 

Voor Elia was het niet zozeer de drukte, maar de stress van de continue vervolging door de koning die hem de woestijn in drijft en de berg op, naar God toe. Daar in de stilte van de wind van God ontving hij kracht en hulp.

 

Om Jezus was het altijd druk. Steeds staat er weer: “Jezus kwam aan en meteen was er een grote menigte om hem heen.” Hij werd altijd omringd door mensen. Veel wanhopige mensen, die genezen wilden worden. Ook mensen die iets van hem wilden of die er een slaatje uit wilden slaan, uit zijn heiligheid. En dan nog de mensen die hem opzochten om kritiek op hem te leveren. Hij moet altijd omringd zijn geweest door mensen die iets van hem wilden. In elk dorp, zelfs als hij helemaal aan de andere, onbewoonde kant van het meer van Galilea gekomen is, dan nog wordt hij gevolgd door duizenden. 

Dus trok hij zich terug, op stille plekken. Soms helemaal alleen, of zoals hier, met drie van zijn leerlingen. Ze liepen een berg op. En daar veranderde hij, werd hij letterlijk verlicht, voor hun ogen. Zijn kleren werden stralend wit. Er begon licht uit hem te stralen. 

En hij ontmoette -op een wonderlijke wijze- die twee mannen uit het verleden: Mozes en Elia. Tijd leek niet meer te bestaan. Ze waren samen in heiligheid, in de eeuwigheid. Met God. In Lukas staat: “Ze (Mozes, Elia en Jezus) spraken over het levenseinde, dat Jezus in Jeruzalem zou moeten volbrengen.”

 

Ineens was het voorbij, dat tijdloze samenzijn. Ze daalden de berg weer af, waar direct een grote menigte wachtte. Het bleef niet bij verlichting: dat is geen doel op zich. Het gaat om het handelen na de verlichting, vanuit de verlichting. Wat doe je dan? Dan ga je terug. Terug naar de mensen. Jezus ging terug, om zichzelf te geven voor de mensheid.

Wij zijn dankbaar voor zijn leven, zijn offer voor ons, mensen. In deze veertig dagen willen we nadenken over wie God is voor ons. We willen bij Jezus zijn, Hem volgen in zijn leven. En alles wat ons afleidt, minderen: minder al die vele kleine activiteiten. Dan lukt het ons daarna misschien weer eens om ons goed te concentreren op langzaam leven, op een gebed, of een samenzijn met een ander mens. Dan kunnen we proberen de rust te bewaren in onszelf, zodat ook wij kunnen leven vanuit God. 

 

Amen