Preek op kerstmorgen door ds. Bert Kuipers

Dit bericht is verlopen op 2021-02-24

Kerstmis 2020.  Wie had ooit gedacht dat we dit feest dit jaar op deze manier zouden vieren, zo afstandelijk, zo voorzichtig, zo behoedzaam en dus ook zo sober. 

Het had er zelfs nog even om gespannen of we überhaupt nog wel een kerkdienst zouden mogen vieren dit jaar. Onze Katholieke medegelovigen zijn vannacht door de bisschoppen thuis gehouden.  

We hebben het afgelopen jaar wel leren afzien. We hebben geleerd om niet te mopperen, niet te klagen, ook niet te zeuren. We staan niet met potten en ketels aan de vensterbank van onze premier, omdat we ook wel snappen dat er iets moet gebeuren om weer met z’n allen gezond te worden. 

We zijn dan ook vanmorgen maar begonnen met een beeld van Kerst zoals het vroeger was. Even als herinnering. Geen romantische kerststal, maar een afbeelding van de beroemde Stiezelmarkt in Dresden. In Rotterdam hadden wij een stedenband en kerkband met Dresden, we komen zo af en toe bij elkaar over de vloer. Dus heb ik zo’n markt wel eens meegemaakt. 

Het is overweldigend zo’n plein vol met Gemütlichkeit. Duitsers kunnen dit soort markten opzetten, zoals wij dat niet kunnen. Glühwein, koeken en Schnapps, Bratwurst, truttels en frutsels, een engelenkoor tussen de kramen en een Posaunenkoor op de toren. 

Alleen, dit jaar gaat dat allemaal niet door. Daar niet en hier ook niet. Het zou een golf van besmettingen oproepen. We hebben de foto’s nog…

Eigenlijk kun je je het niet eens meer voorstellen, zo’n markt, zo veel drukte, al die mensen om je heen. 

Sommige mensen vinden het wel best, dat we dit jaar al die kerstdrukte gewoon overslaan. In de winkels, in de kerk en thuis. 

Het bepaalt je in elk geval wel bij de vraag wat we vandaag eigenlijk zouden willen vieren. Is kerst echt zo belangrijk dat je er uren voor in de rij wilt staan, voor winkels, luchthaven, of bij de grenzen? Dat je risico wilt lopen toch nog besmet te raken? 

Waarom vieren we eigenlijk kerstmis? Laten we vandaag doen alsof we dat eigenlijk ook niet precies zo weten. 

 

Voor zover u het nog wist, ons kerstfeest is een vrij late uitvinding op de kalender van het kerkelijk jaar. Eeuwen lang bestond er helemaal geen kerstfeest. 

Wel Pasen, dat was er al vanaf het begin. De ontdekking van dat lege graf van Jezus, en de ontmoeting met de Levende na zijn dood, daardoor is dat ontstaan en gegroeid dat we nog steeds kennen als kerk. 

Een Paasgemeenschap, dat zijn we als kerk in de eerste plaats. Wij leven tegen de dood in. De dood is niet het laatste woord in ons leven. 

In het voetspoor van dat geloof kwamen alle verhalen boven van mensen die zich iets wisten te herinneren over wat Jezus zoal gezegd en gedaan had. Verhalen over zijn aandacht voor de mensen, zijn wonderen, zijn tekenen, de Bergrede, de conflicten met de gezagsdragers en zo meer. 

Die werden opgeschreven en elke zondag voorgelezen. Dat waren de Evangelieverhalen. Vier stuks, met andere vertellingen die ze toch maar niet in de bijbel opnamen. 

 

Toen ze zo aan het schrijven gingen bedachten de volgelingen van Jezus: maar waar komt hij eigenlijk vandaan? Wat is zijn oorsprong? Von Himmelhoch, zingt een Duits kerstlied, ja wel, maar hij was toch een mens zoals wij, die kan dan toch niet als een vallende ster naar beneden zijn gekomen. En aan drones deden ze nog niet in die tijd.

En zo kwamen de kerstvertellingen boven. 

Marcus doet er niet aan. Die is de eerste die zijn verhaal opschreef. Hij is zo vol van Jezus dat hij aan zijn geboorte en jeugd geen aandacht gaf.

 

Lucas en Mattheus wel. Lucas met de meest uitvoerige, u weet wel, ‘het geschiedde in die dagen’. Dat is ook het meest geliefde verhaal geworden. Over de volkstelling, over Jozef en Maria, over de stal en de kribbe, de herders en het engelenkoor.

Mattheus heeft er ook een. Wat soberder. Over Jozef die door een engel wordt verteld hoe hij moet omgaan met zijn verloofde die al zwanger blijkt voordat ze het leven zullen gaan delen. Mattheus weet ook van de wijzen uit het oosten, en van Herodes. 

 

Dan hebben we Johannes, de jongste van de vier vertellers. Hij heeft niet eens een echt kerstverhaal, maar een heel mooi plechtig begin van zijn boek. Over het woord dat vlees is geworden. Dat zal Jezus dan wel zijn, denk je als je dat hoort. We hebben het vanmorgen horen voorlezen. 

Over het woord dat vlees is geworden, mens geworden. Vlees en bloed, zeg je dan. 

Woorden zijn belangrijk! We hebben het afgelopen jaar wel gemerkt hoe belangrijk betrouwbare, toegankelijke en invoelende woorden zijn. Wij hangen nog elke morgen aan de lippen van de nieuwslezer. Ah toe, vertel nou eens iets waar je wat blijer van wordt dan al die andere rampen waar we elke dag van horen.  

Een woord staat voor een werkelijkheid, een wereld. Je rekent er dus op dat als iemand iets zegt dat het ook klopt en niet nep is, geen leugen. 

Dat als iemand zegt iets te doen, hij of zij het ook doet en er later niet mee weg komt dat hij het helemaal niet gezegd zou hebben. 

Dat als iemand ergens een verhaal over houdt, het niet dient om anderen te beschadigen. Woorden en daden, je hoeft niet eens voetballer te zijn om aan te voelen dat dat niet verschillende werelden zijn. 

 

‘In het begin was het woord’, zegt Johannes, het was bij God, sterker nog, het was God en toen kwam Jezus. Johannes rekent er op dat wij nog weten hoe de bijbel begint, in Genesis: Het was toen een grote chaos, een grote donkere bende, toen sprak God een woord en de schepping werd in gang gezet. 

Er kwam licht, er kwam aarde, er kwam een dag, er kwam een hemel, er kwam een zon en een maan, er kwam groen, op het veld, en dieren en tenslotte ook mensen, van vlees en bloed. Omdat God het zegt. Zijn woorden zijn echt, geen nep, geen leugen, geen grootspraak en geen intrige. 

In dat verlengde komt Jezus in beeld. Bij Johannes geen stal en geen kribbe, en geen babykleertjes. Ach u kent die vaders wel die hun eigen kind ook pas echt leuk vinden als het wat groter wordt en gaat praten, misschien zat Johannes ook zo in elkaar. 

Voor Johannes is Jezus er gewoon, hij wordt geboren in het spreken over hem door de mensen. En hij wordt geboren in zijn eigen spreken, woorden van aandacht, van liefde, van verzoening en zo nu en dan van pittige correctie. 

En wat hij zegt dat klopt, dat geeft mensen moed en perspectief, hoop op een beter leven, een ander leven. Wij spreken nog steeds over hem. 

Waar Jezus ter sprake komt komen wij niet weg met flauwe taal, met leugens en met onwaarheden. Kerst beproeft ons in wat we zeggen en wat we doen. Kerst is een cadeau in taal en in werkelijkheid. 

In de naam van de Vader, van de Zoon en van de Heilige Geest

Amen