Pinksterpreek van ds. Gert van der Ende

Dit bericht is verlopen op 2021-07-23

Ik verlang naar de toekomst

ik verlang naar een opstand

ik verlang naar bezieling

ik verlang naar de weerstand

en naar de liefde die het waar kan maken

die de muur kan slechten

die het hart kan raken

die het waar kan maken

kom, we gaan tegen de stroom in, tegen de waanzin…

Zo zong Stef Bos op 5 mei als openingslied van het bevrijdingsconcert.

 

Is dit niet wat gebeurt als het heilige vuur in ons wordt ontstoken? Als we tot leven worden gewekt? Als de wind opsteekt en we wakker worden gekust door de Adem van God, Zijn Geest?

 

Tegen de stroom in. 

Welke stroom? Nou misschien wel die van Babel. Tegen de stroom in van menselijke overmoed en zelfoverschatting. Tegen de stroom in van angst voor diversiteit, voor verschil, tussen mensen. Tegen de stroom in van wij – zij denken. 

 

Wat Babel is heeft de schilder Pieter Bruegel proberen vast te leggen in zijn beroemde schilderij over de torenbouw van Babel. Laten we daar even naar kijken.

Babel was in de oudheid een imponerende stad. Het was groot, machtig en rijk. En bij een imponerende stad hoort ook een imponerende toren. Dat heeft Bruegel goed weergegeven met zijn schilderij. De toren is enorm. Het kolossale bouwwerk vult bijna het hele schilderij. Hoe groot de toren is zie je als naar de schepen in de haven kijkt. Dat zijn dan maar kleine bootjes vergeleken met de toren.

Er is geteld hoeveel werklui Bruegel heeft afgebeeld op het schilderij, meer dan duizend!

En ze zijn al een tijd bezig met de bouw. De onderkant van het gebouw is inmiddels grijs geworden vanwege veroudering De bovenkant van de toren is rood, de stenen zijn vers gebakken en nog niet verweerd. Er is ook een witte baan te zien op het schilderij, dat is van de kalk die naar boven moest worden gebracht voor de bouw. De toren reikt inmiddels tot boven de wolken en is nog steeds niet afgebouwd.

 

De schilder Bruegel is nogal vrij omgegaan met het Bijbelverhaal. Voor zijn ontwerp van de toren heeft hij zich laten inspireren door het Colosseum in Rome. Ook al zo’n gebouw dat moest laten zien hoe groot en machtig het romeinse rijk is. 

Bijzonder is dat Bruegel een processie heeft afgebeeld op een van de galerijen van de toren. 

Dat klopt natuurlijk niet. In Bijbelse tijden was er nog geen bisschop die voorging in een processie. Maar misschien was dit voor Bruegel wel een manier om kritiek te leveren op de kerk van zijn tijd in de 16e eeuw. Hoe er geestelijken waren die zich kritiekloos verbonden met de machthebbers. Iets wat in de geschiedenis helaas te vaak is gebeurd.

Zo plaatst Bruegel het verhaal van Babel in zijn eigen tijd. Ik vind dat mooi. Daarmee doet hij recht aan het verhaal. Want het is niet alleen een verhaal van toen en lang geleden. Het is ook het verhaal van vandaag. 

Het verhaal van menselijk streven naar macht. Van verlangen naar eenheid, naar één taal, en één volk. 

De toren krijgt alle aandacht maar er wordt ook een stad gebouwd. En om de stad, zo was gebruikelijk, wordt een hoge muur opgetrokken om indringers buiten te houden. 

 

Hoe vaker je het verhaal beluistert, hoe meer je het menselijk streven van ook vandaag erin terug hoort. Het is een universeel verhaal. 

En dat we er vandaag met Pinksteren naar luisteren is omdat de Geest van God er een frisse wind doorheen blaast.

 

Er is eenheid van taal in Babel. Er is sprake ‘van eendere woorden’, zo staat in de Naardense Bijbelvertaling. Men spreekt dus niet alleen dezelfde taal maar men zegt ook hetzelfde. Het denken is hetzelfde, er is maar één waarheid. 

Dat voelt niet goed. 

Maar nu snap je wel waarom ze een stad willen bouwen en bij elkaar willen blijven. Die eenheid willen ze koesteren. 

Ik zeg, dat voelt niet goed, maar dat is nog maar de vraag. Want het voorziet in een menselijke behoefte. De behoefte om geestverwanten om je heen te hebben, gelijkgestemden. Mensen in wie je je herkent of die een voorbeeld voor je zijn. Te midden van gelijkgezinden voel je je veilig. Het gaat in tegen de angst voor eenzaamheid, de angst van er niet bij horen. 

Maar toch voelt het niet goed dat er een gemeenschap gebouwd wordt waarin eendere woorden worden gesproken. Want in zo’n gemeenschap ben je niet vrij. Er is geen ruimte voor een tegengeluid. Weerstand wordt niet gewaardeerd. Tegen de stroom ingaan wordt afgestraft. Als je niet meedoet lig je eruit.

 

Het is ook het verhaal van vandaag. We zien het gebeuren in het klein en in het groot. Misschien ook wel hier in de kerk. Dat wie een kritisch geluid laat horen als een lastpost wordt ervaren. 

Of op het schoolplein, wie anders is, anders denkt, er anders uitziet heeft het soms zwaar te verduren. 

Ook met klokkenluiders, mensen die misstanden aan de kaak stellen, die tegen de stroom ingaan, loopt het vaak niet goed af. 

Maar we treffen het ook aan bij politieke partijen die moeite hebben met diversiteit van culturen en religies in Nederland. Er is angst voor vervreemding van dat wat, in hun ogen, eens Nederland was. Een land van Nederlanders.

 

Dat de eenheid van taal in Babel verbonden is met macht, is ook op te maken uit de opmerking dat ze beroemd willen worden. Ze willen naam maken. Daarom moet de toren tot in de hemel rijken. 

Macht, roem, eenheid, het is er allemaal in Babel. Het zit ook in de naam Babel, dat poort naar god betekent.

 

De Bijbelschrijver vertelt het verhaal met enige ironie. Want lezen we ‘toen daalde de Heer af om de stad en de toren te zien’. De bouwers dachten dat ze al bijna in de hemel waren, dat ze bijna net zo groot en machtig waren als de goden. Maar de Heer van hemel en aarde moet afdalen om te zien waar ze mee bezig zijn.

Voor de joodse ballingen in Babel moet deze opmerking heilzaam zijn geweest. 

Ze waren overrompeld door het leger van het grote Babylonische rijk, ze waren afgevoerd, gedeporteerd naar het grote en machtige Babel. Een imponerende ervaring. En daarbij hadden ze ook nog de traumatische ervaring opgedaan van de verwoesting van de tempel die door koning Salomo was gebouwd, het godshuis waarin de God van Israël werd geëerd en gediend. 

Maar dan vertelt de priester het verhaal van de torenbouw van Babel en dat God moet afdalen om te zien waar ze in Babel toch mee bezig zijn. Kortom, ook al is het nog zo imposant en overweldigend wat ze zien in Babel, het is maar menselijk gefröbel.  

 

Het staat er twee keer, dat God afdaalde.

De tweede keer zegt Hij: “Laten we hun taal verwarren, zodat ze niet meer een taal spreken”. Hij steekt een spaak in het wiel van de menselijke hoogmoed. Hij zorgt voor een Babylonische spraakverwarring.

En dat waar ze bang voor waren, dat wat ze niet wilden, dat gebeurt, ze worden verstrooid over de hele aarde. 

En ook dit zou je goddelijke ironie kunnen noemen. 

Want, was dat niet wat God vanaf het begin tegen de mensen zei: wees vruchtbaar, wordt talrijk en bevolk de aarde?

 

Zo zitten er meerdere kanten aan dit verhaal. Het gaat over menselijke hoogmoed en Gods oordeel daarover, maar ook over de menselijke angst voor verstrooiing, over het verlangen naar eensgezindheid, geborgenheid, en het gaat over de vervulling van de opdracht die God aan de mens gaf, talrijk worden en de aarde bevolken. 

God moves in a mysterious way, God gaat zijn ongekende gang. Door alles heen trekt God zijn spoor in de geschiedenis, en gaat het op weg naar Zijn Koninkrijk. 

Een verheugende en hoopvolle gedachte! Een troostende gedachte! God laat het werk van zijn handen niet los, wat wij mensen ook weten te bedenken.

En zo brengt de Babylonische spraakverwarring ons bij het feest van Pinksteren. Het feest waarop mensen van ieder volk op aarde, al die verstrooide mensen, in hun eigen taal, de leerlingen van Jezus horen spreken over Gods grote daden. 

 

Het verhaal van Babel is een spiegelverhaal bij Pinksteren.

In Babel wilde men opklimmen tot in de hemel. Met Pinksteren komt de hemel tot ons, in de gave van de Geest.

In Babel zocht men eenduidigheid in één taal, met Pinksteren spreekt de Geest alle talen.

In Babel draaide het om macht en menselijke grootheid, met Pinksteren wordt de taal van de liefde gesproken en over God grote daden.

Met Pinksteren gaat het om bezieling, om dromen van een wereld waarin niet de macht van het geld of militaire macht het voor het zeggen heeft, maar de zachte krachten van de liefde en medemenselijkheid. 

 

Stef Bos zingt van het slechten van muren, daarin is Jezus ons voorgegaan. Voor hem golden geen rangen en standen, niemand was te min voor hem. Hij had oog voor mensen die het gemaakt hadden in het leven en was bekommerd om hem voor wie het leven tegen zat door ziekte of anderszins. Tegen een ieder sprak hij woorden van hoop en vergeving.

Hij ging tegen de stroom in. Hij bekritiseerde godsdienstige gebruiken die mensen het leven zwaar maakte. Hij liet zich niet de mond snoeren door machthebbers die hem als een risico zagen.

Wat hij zei over niet oordelen bracht hijzelf in praktijk. Denk maar aan het beroemde verhaal van de overspelige vrouw die door de godsdienstige leiders bij Jezus wordt gebracht en die naar hun mening gestenigd moet worden. Jezus’ opmerking ‘wie zonder zonde is werpe de eerste steen’ doet hen afdruipen.

 

De Geest die Jezus inspireerde zo te spreken en te handelen, is de Geest die op Pinksteren over de leerlingen van Jezus komt. En het is de Geest waar wij allen in delen. 

De Geest die ons doet verlangen naar de toekomst, de Geest die ervoor zorgt dat we niet zomaar meegaan in de waan van de dag, maar ons de moed geeft zo nodig weerstand te bieden. 

De Geest die muren slecht tussen mensen. Huidskleur, taal, geaardheid, afkomst, godsdienst, het mag geen muur zijn tussen ons, we zijn aan elkaar gegeven om samen het leven te vieren en te bouwen aan een wereld waarin plaats is voor iedereen.

In Babel was geen ruimte voor diversiteit, er moesten eendere woorden worden gesproken. De Geest laat ons ontdekken dat het juist de veelkleurigheid is die ons doet zien hoe groot Gods goedheid en genade is. 

Deze Geest, Gods Geest, is over ons gekomen. 

Zoals op de allereerste bladzijde van de bijbel staat te lezen dat de Geest van God zweefde boven het water van de oervloed, zo gaat Gods Geest vandaag over de aarde, is zij hier aanwezig in de kerk, is zij bij u thuis, om te inspireren, om te bezielen, om ons te laten, leven uit alles wat met Jezus ons gegeven is.

Amen