Enkele woorden ter overdenking in de paasnacht door ds. Bert Kuipers

Dit bericht is verlopen op 2021-06-03

‘Dit is de nacht waarin we pasen vieren’… als die pandemie ooit eens een keer voorbij is en we hebben het er met onze kinderen over hoe het toen was, nu dus, dan zouden ze kunnen vragen: waar hadden jullie toen zin in, om toch nog pasen te vieren, met zo veel wat er allemaal niet mocht. Een dienst met maar acht of negen mensen in de kerk. En de rest thuis, via het scherm. En die acht medewerkers hier in de kerk hebben alle acht een papier op zak, ondertekend door de kerkenraad, dat ze straks nog over straat mogen. Dat krijg je toch niet bedacht zo.

‘Waarom deden jullie dat?' vragen onze kinderen ons dan. ‘Omdat we niet anders konden’, zeggen we dan. ‘Omdat we het nodig hadden’. Als ons geloof in de Verrezene iets voorstelt dan moeten we het er nu over hebben, dan moeten we het nu vieren. 

Ja maar, antwoorden onze kinderen dan, ze hebben hun geschiedenisboeken gelezen, ja maar, er waren toch ook kerkmensen die met driehonderd, vierhonderd man naar de kerk gingen. Die moesten ook heel nodig, vonden ze.

Dan antwoorden wij: dat geloof van ons in de Verrezene, was er niet alleen vanwege ons zelf, maar vanwege het hele dorp. Een getuigenis van hoop, van uitzicht, van toekomst, voor zieken en gezonden, voor kwetsbare en vitale mensen. Daarom vierden we het zo. Op afstand naar elkaar, met maar acht, negen mensen in de kerk, mensen die allemaal iets moeten doen. Wel wat saai, geen knuffel bij het binnenkomen, ook niet bij het weggaan. Maar veilig. En deze paasnacht, zo gevierd, elk onderdeel daarvan zullen we nooit vergeten.