Job 1
‘Er was eens een man.’ Het verhaal van Job wordt niet aan een bepaalde tijd of een bekend oord gekoppeld. Job wordt als gigantisch rijk beschrijven, hij heeft het volmaakte aantal van tien kinderen en gelooft in God, terwijl uit niets blijkt dat hij tot het joodse volk behoort. Zijn kinderen zijn volwassen, hebben hun eigen huishoudens en kunnen goed met elkaar overweg. Ze vieren iedere dag feest met elkaar (1:4). Job maakt daarvan geen deel uit. Opvallend genoeg praat hij niet met zijn kinderen. Zij moeten bij hem komen om gereinigd te worden. Hij brengt ongevraagd offers voor hen, voor het geval zij God in hun hart vervloeken. Job heeft kennelijk weinig vertrouwen in het geloof van zijn kinderen en behandelt hen niet als de volwassenen die zij zijn. Job gedraagt zich meer als priester dan als vader. Hij brengt geen offers voor zichzelf. Niemand kan toch van zichzelf zeggen dat hij helemaal rechtvaardig is?! Job is bijna te perfect om waar te zijn…
De komende weken lezen we uit het boek Job.
ZWO, Onderhoud De Ark
Groep 3, 4 en 5: Marcia Renes, Ellen Kleemans
Groep 6, 7 en 8: Mariette Zeillemaker, Marlies Heuvelman