Preek n.a.v. Lucas 12, 32-40 op zondag 11 augustus door ds. Antoinette van der Wel

Dit bericht is verlopen op 2019-10-11

Gemeente van Christus, 

Wat schetst Jesaja een ontroerend beeld van een nieuwe hemel en aarde. Als je even je ogen sluit zie je het voor je. Hoe elk mens tot volle bloei komt. Hoe kinderen veilig opgroeien. Hoe zelfs de natuur in innige harmonie verbonden is. Geen eten en gegeten worden, maar samen opgroeien, zonder enige bedreiging. Ieder mens zit genietend in de schaduw van zijn wijngaard. Een soort overweldigend Zwitserleven gevoel. Gezegend leven is het, waar je mag genieten van de opbrengst van je werk en de vergeefsheid heeft afgedaan. Alsof je altijd op vakantie bent. Alsof de aarde een paradijs is.

Misschien herken je het beeld en heb je er ooit een glimp van opgevangen. Zo maar op een achtermiddag slenterend door het bos, met een boek op schoot zittend op je balkon. Of fietsend in prachtig natuurgebied, zittend in je strandstoel, starend over de zee, of na een lange beklimming boven op de berg. Het dal lijkt ver weg en de stilte doet je goed. Maar zo gauw je opstaat, weer naar beneden loopt of je telefoon aanzet komt de werkelijkheid weer bij je binnen. Een werkelijkheid van aanslagen in de VS en Kabul, van klimaatverandering en gekapte bossen, van kaalgeslagen vlaktes waar eens het regenwoud bloeide, van kinderen die omkomen door ziekte en geweld.

Wat moeten we toch met de idylle die Jesaja schetst in onze wereld van alledag? Maakt het ons moedeloos? Of lachen we het schamper weg, onder het motto, de wereld heeft altijd dromers gekend? Reserveren we het in onze machteloosheid voor een leven na dit leven? Eens zal het wel goed komen? Waarop we vervolgens stil en rustig gaan zitten wachten? Of denken we: na mij de zondvloed en leven we er rustig op los? Wat kunnen we met een dergelijke utopie voor ons leven van alledag?

Misschien kan de tekst uit Lucas ons helpen. Jezus spreekt een lange rede uit waarin hij zijn volgelingen heel concreet leert wat het betekent te geloven. Het gedeelte dat we gelezen hebben bestaat uit bemoedigende woorden en kleine gelijkenissen. Wat de teksten verbindt is de oproep tot waakzaamheid en alertheid. Er wordt een beeld geschetst van gelovigen als wakkere mensen die altijd bereid zijn op pad te gaan. Ik wil een aantal aspecten uit de tekst de revue laten passeren en kijken wat ze ons te zeggen hebben. Belangrijk is ons te realiseren dat het noch in Jesaja’s tijd noch in die van Jezus één en al vrede en geluk was. Integendeel. Jesaja schrijft in de ballingschap en Jezus’ Jeruzalem werd geregeerd door de Romeinse overmacht. Allesbehalve dus een rustige tijd. Ze weten voor welke parochie ze preken!

Jezus zet onmiddellijk de toon: wees niet bang! Hoe vaak horen we dat eenvoudige zinnetje niet in de bijbel. Wees niet bang! Leg je angst af. Want angst maakt je krampachtig en onrustig. Angst vertroebelt je blik. Angst maakt dat je wil wegkruipen of vluchten of keihard vechten. Ook al zijn jullie met weinig, het is geen reden om in paniek te raken, zegt Jezus in het evangelie. Die nieuwe wereld is voor jullie. Je hebt het al in handen. Je bent niet alleen, je hebt elkaar als steun en toeverlaat.

Als we dat eens zouden durven: de angst loslaten om klein te worden, om bescheiden te zijn, om niet te belangrijk te zijn. Als we dat eens zouden durven: de angst laten varen om verloren te gaan, om de controle te verliezen, om een minderheid te zijn. 

Alle cijfers van het centraal planbureau ten spijt over teruglopend kerkbezoek, over kerken die moeten sluiten, over geloof dat schijnbaar aan het verdwijnen is: wees niet bang! Alle onrust in deze wereld, de angst dat de aarde ons niet zal overleven, durf het onder ogen te zien. Wees niet bang, is misschien wel het moeilijkste in ons persoonlijk leven. Wat zijn we kwetsbaar in onze geliefden en in onze eigen gezondheid en zorgen. Wees niet bang! Makkelijker gezegd dan gedaan, hoor ik u verzuchten, hoe doe je dat? Maar wat een ademruimte zou het bieden.

De toon is gezet! We worden uitgenodigd in een zekere onbezorgdheid en onbevangenheid te leven. Vol vertrouwen in deze wereld te staan. Geen krampachtig redden wat er te redden valt, maar gewoon vertrouwen dat ook een kleine groep gelovigen verschil kan maken. De nieuwe wereld is voor jullie, zegt de bijbel in gewone taal. Die nieuwe aarde en die nieuwe hemel hoeven jullie niet zelf te bouwen, het hangt niet van jullie ijver af, je hoeft dat niet zelf te regelen. De nieuwe hemel en de nieuwe aarde zijn een godsgeschenk. Ze zijn je geschonken, je hebt het al ontvangen. Het is de grondtoon van de bijbel, Gods liefde en trouw dragen de aarde, ook vandaag nog, ook al lijken we dat soms amper te zien. Met deze geloofsuitspraak is de toon gezet. Onze aarde is Gods aarde, goede aarde, plaats waar liefde zichtbaar wordt.

Wat betekent dat nu concreet voor ons? Kunnen we achteroverleunen en wachten tot die nieuwe tijd aanbreekt? Nonchalant met de aarde omspringen omdat het toch wel goed komt? Maakt het uit wat ik doe?

Jezus geeft een paar tips. Hij begint met de aansporing je bezit te verkopen en het vervolgens weg te geven aan de armen. Zorg dat je rijk wordt in de hemel. Verzamel je schatten bij God. Natuurlijk gaat het hier niet om een stapeltje goede daden die je als verdiensten kunt gebruiken als je bij de hemelpoort aankomt. De vraag gaat nog veel dieper. Waar is je hart? Waar heb jij je hart aan verpand? Wat vind jij het belangrijkste in het leven? Veel geld verdienen? Een groot huis en veel bezit? De belangrijkste zijn in je omgeving? Mensen die naar je opkijken? Een interessante weldoener zijn? Waar is je hart? Waar investeer je in? Waar zet jij je talenten voor in? Want waar je hart is…

Natuurlijk lost het niets op als we al ons bezit verkopen en vervolgens van de diaconie gaan leven. Wel is het belangrijk om je steeds af te vragen wat bezit met je doet. Waar liggen je prioriteiten? Waar word je gelukkig van? Waar maak je anderen gelukkig mee? Werk je hard om heel veel geld en aanzien te verdienen, of omdat je een verschil wil maken in deze wereld? Wat blijft er over als jij er niet meer bent? Hoe wil jij herinnerd worden? Als bezit je afhoudt van wat werkelijk belangrijk is in het leven, kun je het beter wegdoen.

Jezus maant vervolgens zijn volgelingen waakzaam te zijn en klaar te staan. Met beelden die herinneren aan de uittocht uit Egypte worden we aangespoord bereid te zijn op weg te gaan. Durf je het aan de woestijn in te gaan met de belofte van een beloofd land in het vooruitzicht? Durf je het aan te leven alsof die nieuwe hemel en aarde er al zijn? Durf je het aan te wijzen: zie je dat, daar wordt iemand op zijn voeten gezet. Zie je dat, mensen die bomen planten, die een wijngaard aanleggen en al verzinnen waar de lange feesttafel komt te staan als de wijngaard bloeit. Jezus nodigt ons uit met open ogen in het leven te staan. Alert en aandachtig. Zodat we zien waar iets van Gods aarde al opbloeit, zodat we weten waar we ons hart aan zullen verpanden.

Lieve gemeente,

De toon is gezet. Een toon van waakzaam vertrouwen. Geloven is niet het veilig stellen van je leven na dit leven, noch het aanvaarden van een aantal waarheden. Het is een levensstijl, die enerzijds weet van vertrouwen in de toekomst, anderzijds onbevangen kleine tekens stelt die vooruitgrijpen op de toekomst. Geloven is koppig vertrouwen dat ook de kleine daad verschil kan maken. Dat het uitmaakt wat je doet en wat je nalaat! Dat een dapper clubje mensen die aandacht blijft vragen voor de aarde en haar bewoners, die blijft dromen van een nieuwe aarde en een nieuwe hemel waar alle mensen tot bloei kunnen komen, wel degelijk verschil maakt en die gedroomde werkelijkheid dichterbij brengt. Geloven is tenslotte zonder angst vertrouwen dat God ons niet vergeet. Dat zijn licht al straalt in onze nacht. En altijd weer koppig en vastberaden zingen over het licht en de liefde en de ruimte…

Elke stilte kent zijn zingen

zoekt een woord een melodie

ieder duister wacht een morgen

in dat licht is alles nieuw