Preek n.a.v. Johannes 14, 15-21 op zondag 2 juni 2019 door ds. Antoinette van der Wel

Dit bericht is verlopen op 2019-08-02

Gemeente van onze Heer Jezus Christus,

Deze zondag wordt ook wel wezenzondag genoemd. Een zondag die er wat stil en verloren bijligt zo tussen hemelvaart en Pinksteren. Zo’n zondag waarbij je de handen in de schoot legt en vraagt: hoe moeten we nu verder? Jezus is niet meer lijfelijk aanwezig en het pinksterfeest ligt nog in de toekomst verscholen. Hoe doe je dat, geloven in de tussentijd? Eigenlijk een vraag die tot op de dag van vandaag actueel is. Hoe doe je dat, geloven in een tijd waarin God niet vanzelfsprekend is? Een tijd waarin God verborgen lijkt in ons leven en onze wereld.

Laten we maar eerlijk zijn, het is een vraag die van alle tijden en plaatsen is. Samuel worstelt er al mee. Hoe moeten we verder als alles is fout gelopen? Hoe moeten we verder als Jezus er niet meer is? Hoe moeten we verder in een krimpende kerk in een tijd waarin geloof niet langer vanzelfsprekend is?

Uiteraard zal ik op deze vragen vandaag geen sluitend antwoord kunnen geven, mocht u dat van mij verwachten. Maar tegelijkertijd bieden de lezingen ons wel een enkel handvat om verder te gaan. Ik kijk eerst wat Samuel te zeggen heeft om vervolgens bij de evangelielezing stil te staan, daar ik vermoed dat beide ons verder kunnen helpen.

Samuel, aan het eind van zijn leven gekomen, heeft Saul als koning gezalfd. Want het volk Israel wilde zijn zoals de omliggende volken en vroeg om een koning. In een lange rede laat Samuel vervolgens zien hoe het volk steeds van God afdwaalde, maar door hem niet verlaten werd. Steeds weer gaf God nieuwe bevrijders om hen bij te staan. Hij liet hen niet in de steek, al was dat volk steeds doende verder van God af te dwalen. Wat moeten we dan doen? Samuel zegt het zo eenvoudig: u hoeft niet bang te zijn, zolang u de Heer maar trouw blijft en met heel uw hart bent toegedaan! Dwaal niet af om achter iets aan te lopen dat niets oplevert en niet bevrijdt, omdat het niets is.

Ik hoor hier een echo van de 10 woorden die ons in de woestijn gegeven zijn als begeleiding op onze weg. Ik ben je God, blijf bij je bevrijder! Lever je niet uit aan allerlei andere machten, maar blijf mij trouw. Of van die korte weergave van de wet: God liefhebben met alles wat je in je hebt en je naaste als jezelf.

Ik hoor u hardop denken, prachtig, maar hoe doe je dat concreet?

Hier komt de evangelielezing ons te hulp. Jezus hamert voortdurend op hetzelfde aambeeld. De evangelielezing begon met: als je mij liefhebt, houd je dan aan mijn geboden en het eindigt met: wie mijn geboden kent en zich eraan houdt heeft mij lief.

Blijkbaar zit er een sterke verbinding en wisselwerking tussen je houden aan de geboden en liefhebben. Het vraagt van ons wel enig omdenken van het begrip liefhebben. Een woord dat we regelmatig verwarren met lief vinden, met een prettig gevoel als we naar de ander kijken. Iemand liefhebben die we lief vinden is geen geweldige uitdaging, dat gaat vanzelf. Elkaar vasthouden als je er een warm gevoel bij hebt is niet moeilijk. Maar wat als je elkaar niet zo lief vindt, als je elkaar niet hebt uitgekozen? Als je fundamenteel van elkaar verschilt? Is liefhebben dan nog zo eenvoudig?

Iemand liefhebben heeft te maken met die ander ruimte gunnen. Hem of haar een plek gunnen onder de zon. De ander tot zijn of haar recht laten komen, ook als die heel anders is dan jij. Liefhebben betekent dat je weet van inschikken en een ander voor laten gaan. Dat jouw waarheid niet noodzakelijkerwijs de waarheid is!

Afgelopen woensdag kwamen zo’n 40 kerken bij elkaar in Dordrecht om hun verbondenheid uit te spreken. Nadat 400 jaar geleden de synode van Dordrecht de Remonstranten had uitgesloten ontstaat nu een voorzichtige verbondenheid over diverse kerkgrenzen heen. Zou dat met liefhebben te maken kunnen hebben? Hoe wij ondanks alle verschillen in opvattingen over God en geloof, juist in deze geseculariseerde samenleving iets kunnen laten zien van verbondenheid, van onze gezamenlijke zoektocht naar geloof voor mensen vandaag.

Als ik iets altijd bijzonder heb gevonden aan de kerk, dan is het juist dat we elkaar niet hebben uitgekozen en het toch samen moeten en willen redden. Hier vind ik mensen die ik anders nooit was tegenkomen. En samen kunnen we misschien iets dichter naderen bij het geheim dat we God noemen. Het lijkt me de uitdaging waar we als kerk voor worden gesteld, de gezamenlijke zoektocht naar God in deze wereld.

We hoeven dat niet alleen te doen. Jezus belooft ons dat we niet als wezen achter zullen blijven. We zijn volwassen geworden, gelovigen die op eigen benen mogen en moeten staan. We kunnen niet voortdurend in de schaduw blijven, maar worden uitgenodigd zelf verantwoordelijkheid te dragen voor ons leven en ons geloof. We ontvangen daartoe de Geest, de pleitbezorger, die voor ons instaat. Het gaat bij de Geest niet om een moment van individuele extase, maar om een eyeopener. Die Geest is onbekend voor de wereld, zegt Johannes. Bij de evangelist staat de wereld voor alle krachten die God weerspreken. Voor duisternis, dood en oorlog. De wereld die Jezus niet kon verdragen en ter dood veroordeelde. Die wereld kan de Geest niet kennen.

De Geest daagt gelovigen uit te kiezen voor het goede, voor licht en leven, voor vrede en liefde, ook als dat allerminst vanzelfsprekend is. We hoeven onze handen niet in machteloosheid in de schoot te leggen. We worden uitgenodigd lief te hebben en de geboden te houden, ruimte te schenken ook aan wie we niet zelf hebben uitgekozen. Een begaanbare weg vinden met wie op ons pad komen en samen zoeken naar Gods aanwezigheid onder ons. We zijn volwassen kinderen van God die op eigen benen kunnen staan. We mogen een zelfstandig spoor trekken in deze wereld. Een spoor van heelheid waar verdeeldheid heerst, een spoor van hartelijke liefde als het kil is om ons heen.

Wat blijft is het eenvoudige gebod van de liefde. Heb God lief en je naaste als jezelf. Dat is geen onmogelijke opgave maar is zichtbaar elke keer als mensen in liefde naar elkaar omzien, voor elkaar instaan, ruimte maken, verbondenheid zoeken.

Zo leven we het pinksterfeest vol vertrouwen tegemoet. We zijn geen kwetsbare, verlaten kinderen in deze wereld, maar mondige gelovigen, die op eigen benen staan en hun spoor trekken. Hoe we dat doen? Heel eenvoudig, trouw aan de Eeuwige zien we om naar elkaar, geven we ruimte aan wie schuilen wil en proberen we iets van de liefde die we zelf hebben ervaren te delen.

Kort samengevat: zo blijven dan geloof, hoop en liefde, maar de meeste van deze is de liefde!

Amen.