Preek op 27 mei 2018 n.a.v. Exodus 3 en Johannes 3 door ds. Antoinette van der Wel

Dit bericht is verlopen op 2018-07-29

Gemeente van onze Heer Jezus Christus,

Vandaag sluiten we met zondag trinitatis, zondag drie-eenheid, de grote feesten af en naderen we de rustige zomerperiode. Traditioneel staat de lezing van de nachtelijke ontmoeting van Jezus en Nicodemus op het rooster. Deze keer gekoppeld aan het verhaal van de roeping van Mozes.

Twee overbekende verhalen, van twee mannen die proberen te begrijpen wie God is en die het voordeel hebben dat ze letterlijk dicht bij het vuur zitten. Zowel voor Mozes als voor Nicodemus zullen deze ontmoetingen hun leven fundamenteel veranderen. Mozes wordt van een op de vlucht zijnde moordenaar de leider van zijn volk en Nicodemus zullen we verderop in de bijbel tegenkomen als bescheiden pleitbezorger voor Jezus.

Twee overbekende verhalen, maar als we eerlijk zijn, ook twee verhalen die nogal ver van ons bed vandaan zijn. Want ik weet niet hoe het u vergaat, maar ik heb nog nooit op mijn blote voeten voor een brandend braambos gestaan om naar een stem te luisteren en helaas ook nooit de kans gehad voor een middernachtelijk gesprek met Jezus. Sterker nog, ik heb nog nooit een stem uit de hemel gehoord die mij een bepaalde richting uit wees. Maar is dat eigenlijk erg? Moet je per se een spectaculair verhaal te vertellen hebben over hoe je de Eeuwige hebt ontmoet om voor vol te worden aangezien? Wat hebben die beide verhalen ons dan toch te vertellen?

Ik zet in bij het verhaal van Mozes en maak zo nu en dan een uitstapje naar Nicodemus.

Voor diegenen die hun klassieken wat minder paraat hebben vertel ik kort iets over de voorgeschiedenis van Mozes. Als kind bedreigd door de machtige farao verzint zijn familie een list om de kleine jongen te redden. In zijn arkje van wilgentenen wordt hij in het water gelaten en gevonden door de dochter van Farao. Daar groeit hij op aan het hof in Egypte. Vervolgens slaat hij, stiekem, een mishandelende Egyptenaar dood en moet uiteindelijk toch vluchten. In de woestijn trouwt hij met Zippora en krijgt een zoon, Gersom. Dan zijn we dus al een generatie verder! Ondertussen zucht zijn volk nog steeds onder de slavernij van de Egyptische farao. Niets nieuws onder de zon dus. Generaties groeien op zonder de vrijheid te proeven.

Blijkbaar zijn er ook in de bijbel periodes waarin God zich in stilte lijkt te hullen. Waar de wereld doordraait en er een generatie mensen opgroeit in slavernij. Ook Nicodemus, die toch een theoloog van aanzien is, komt in de bescherming van de nacht naar Jezus toe om zijn vragen te stellen. Het gesprek leidt tot een Babylonische spraakverwarring. God lijkt diep verborgen te zijn, onvindbaar, zwijgend, stil.

Totdat….

Mozes loopt met zijn schapen in de omgeving van de berg Horeb. Als trouwe bijbellezer spitsen we onze oortjes, want daar bij Horeb wil God zich nogal eens bekend maken. Hij ziet een vreemd natuurverschijnsel en gaat erop af. Vuur is in de oudheid een klassiek symbool van de aanwezigheid van God. Dan klinkt Mozes’ naam en in alle eenvoud antwoordt hij: ik luister, letterlijk: hier ben ik!

Mozes hoort zijn naam. Hij vermoedt in het vuur de aanwezigheid van de Eeuwige en hij weet wat hem te doen staat. Als de Eeuwige je roept, je noemt bij je naam, hoef je niets meer te doen dan te zeggen: hier ben ik!

Ik ben de God van je vader, de God van Abraham, Isaak en de God van Jacob. Het is geen vreemde nieuwe God die Mozes aanspreekt, maar diegene die al generaties lang op weg is met zijn volk, ook al was dat misschien helemaal niet zichtbaar in de jaren van slavernij. Op zijn blote voeten en met een bedekt gezicht nadert hij de Eeuwige en gaat in gesprek.

Hier ben ik. Eigenlijk geeft Mozes hier antwoord op de oervraag in de bijbel. Als God wandelt in de hof van Eden vraagt hij: mens waar ben je?

Mens waar ben je? Natuurlijk horen de meesten van ons die vraag niet letterlijk uit de hemel klinken. Zijn we eerder als Nicodemus in gesprek met de schriften en elkaar, zoekend naar antwoorden. En net als hij snappen we er vaak helemaal niets van. Opnieuw geboren worden, van bovenaf geboren worden? Maar hoe dan?

Mozes blijkt wel te weten hoe dat moet. Hij zegt in alle eenvoud: Hier ben ik! Ik luister!

Hier ben ik. Hier sta ik met mijn kwetsbare geloof, overgeleverd door wie mij voorgingen. En vele generaties na Mozes zitten we hier in de kerk, omdat we blijkbaar nog steeds geraakt worden door die oude verhalen, door die stem die vraagt: mens, waar ben je? En blijkbaar kunnen ook wij het niet laten daarop te antwoorden: ik luister.

Ik vind het ontroerend dat er steeds weer mensen opstaan die een weg van geloven willen gaan. Zelden hebben ze een stem uit de hemel gehoord, veel vaker hebben ze het van horen zeggen. Mensen die ons voorgingen en ons vertelden over hoe geloof hen op de been hield, hoe geloof hen inspireerde er voor de ander te zijn, geven ons de moed te blijven zoeken naar God. Ook vandaag, ruim 2000 jaar later, komen we bij elkaar, vertellen de verhalen, houden de lofzang gaande, soms tegen beter weten in, tegen alle stroom in, omdat we vermoeden dat ons leven wordt gedragen, omdat we vertrouwen hebben in de Zoon die ons leven deelde, omdat de geest van Pinksteren ons ademruimte geeft.

Ik moet daarbij denken aan een lied van Willem Barnard, voor mij persoonlijk zo’n inspirerende man:

Een lied van uw verwondering,

dat nog uw naam niet onderging,

maar weer opnieuw geboren is,

uit water en uit duisternis.

 

Gods naam gaat niet ten onder. Altijd weer staan er mensen op die zich laten raken door de verhalen, die in het spoor gaan van Mozes en Nicodemus. Tot op de dag van vandaag vertellen we aan elkaar hoe we de moed vinden om het leven te aanvaarden, met alles wat mooi en goed is, maar ook met wat gebroken en pijnlijk is. En midden in die verwarrende wereld, waar mensen elkaar het goede doen, maar ook bedreigen, waar vrolijkheid en vreugde is, maar ook verdriet en onbegrijpelijk leed, blijken we niet los te kunnen komen van de Eeuwige, worden we opnieuw geboren.

Zou dat het geheim van het leven kunnen zijn? Dat ons bestaan niet zinloos is, maar wordt gedragen door een geheim, het geheim van Gods liefde? Ook al ervaren we het niet altijd, ook al horen we geen stem uit het vuur, we vermoeden dat die liefde ons leven draagt en uiteindelijk sterker zal blijken dan alles wat dat leven bedreigt.

Van bovenaf geboren worden? Kan dat vandaag nog? Ik vermoed het wel. Ieder mens die zich laat raken door de verhalen, ieder mens die leeft vanuit het vertrouwen dat God deze wereld draagt, die zich laat raken door de Zoon die deelt in ons lijden, die zich laat beademen door de Geest is als Mozes en Nicodemus en zegt daarmee: hier ben ik! Ik Luister.

We breken het brood en delen de wijn, we dromen van Gods koninkrijk en leven van de verwondering. Hier in de kerk leren we te speuren naar vonken van Gods licht. Waar breekt zijn rijk van vrede en gerechtigheid al door? Waar staan mensen voor elkaar op? Waar wordt slavernij doorbroken en ruimte gemaakt? Waar worden wij op onze voeten gezet? Waar leren we onze kinderen te leven vanuit de verwondering? Vanuit het geheim dat ons leven draagt, ook als het nacht is, ook als het leven zwaar is.

Gods naam gaat niet ten onder, die naam die Vader, Zoon en Geest is, die liefde is en licht en leven, draagt ons hele bestaan, vandaag en alle dagen die komen.

Die naam, Vader, Zoon en Geest, ons van horen zeggen overgeleverd, zal ons telkens weer de kracht geven om op te staan, om het leven te aanvaarden, om te zeggen: hier ben ik!

Amen.